‘Gek genoeg zette corona de vrijwilligers op de kaart’

“Het klinkt wellicht raar, maar 2020 was een goed jaar voor de vrijwilligersorganisatie. Natuurlijk was het vervelend dat veel vrijwilligerswerk kwam stil te liggen, maar door deze pandemie kwamen de vrijwilligers wel nadrukkelijk in beeld. Werk dat veel collega’s wellicht iets te makkelijk als een vanzelfsprekend onderdeel van onze dienstverlening zagen, kwam op veel plaatsen tot stilstand. We werden ons zodoende meer bewust van de rol die vrijwilligers bij ons spelen.”

Devika van Rijbroek kijkt met een goed gevoel terug op een veelbewogen jaar. Als adviseur vrijwilligersorganisatie speelde zij een rol bij het in goede banen leiden van de inzet van vrijwilligers. “Eigenlijk heb ik er in de voorgaande jaren steeds op gehamerd dat vrijwilligers aanvullende diensten bieden en geen directe zorg. Zij zijn een verrijking, geen vervanging. Tijdens de pandemie werd deze verrijking op alle locaties erg gemist.”

Vrijwilligers die actief bleven
De lockdown in maart betekende dat de woonlocaties en veel dagbestedingslocaties de deuren sloten voor bezoekers en vrijwilligers. Waar mogelijk en/of wenselijk bekeek Devika samen met de contactpersoon vrijwilligers of de inzet van een vrijwilliger al dan niet mogelijk was. “We hanteerden één basislijn: geen inzet van vrijwilligers, maar natuurlijk waren er uitzonderingen mogelijk. Neem bijvoorbeeld de vrijwilligers die in het weekend de dieren verzorgen op de stadsboerderijen. Dat kon doorgaan, omdat er geen sprake is van contact met cliënten. Daarnaast gaf een behoorlijk aantal chauffeurs aan te willen blijven rijden met cliënten van de dagbestedingslocaties die nog open waren. Ook de locaties wilden dit graag. We hebben dit goed bekeken en afgezet tegen de mogelijke inzet van professionele chauffeurs, en uiteindelijk besloten hun aanbod aan te nemen. Uiteraard altijd op vrijwillige basis en met inachtneming van de coronaveiligheidsvoorschriften.” Een laatste groep die welkom bleef, waren de studenten die een maatschappelijke stage doen. Devika: “Hier was de afweging dat als de opleidingen willen dat dit doorgaat, wij dit mogelijk willen maken. Juist ook vanwege onze verantwoordelijkheid om jonge mensen te enthousiasmeren voor een baan in de zorg, hulpverlening en ondersteunende diensten.”

Oog houden voor elkaar
Devika vertelt dat het jaar steeds een kwestie was van goed de verschillende belangen afwegen. Naast het belang van besmettingen voorkomen, was er ook zeker oog voor het belang van vrijwilligers. “We weten dat het vrijwilligerswerk voor sommige mensen een belangrijke invulling van hun leven is. Als dat stil komt te liggen, ligt eenzaamheid op de loer. Om die reden heb ik de contactpersonen vrijwilligers gevraagd nadrukkelijk contact te houden. Vanuit Gors hebben we dat ook gedaan, onder andere middels nieuwsbrieven, kleine attenties en verjaardagskaarten. Bij vrijwilligerswerk is idealiter geen sprake van eenrichtingsverkeer. De inzet is steeds een wederkerige band opbouwen met de vrijwilliger.”

Veel betrokkenheid
Volgens Devika was de betrokkenheid van de vele vrijwilligers hartverwarmend. “Toen wij hen berichtten dat ze hun werk tijdelijk moesten neerleggen, heb ik tientallen reacties gekregen met de beste wensen voor de cliënten en de medewerkers. Ook ontstonden er spontaan initiatieven, zoals beweegactiviteiten waaraan cliënten vanaf hun balkon konden meedoen. Ook zag ik een filmpje van een vrijwilliger die uitlegt hoe je een mezenbolletje kunt maken. Andere acties, zoals belacties en postacties, werden enorm gewaardeerd door de cliënten.”

Nieuwe aanwas
Terugkijkend en het jaar overziend, concludeert Devika dat het aantal vrijwilligers niet noemenswaardig is veranderd. Natuurlijk heeft een aantal vrijwilligers aangegeven te willen stoppen. Dat is een beeld dat bij veel zorgorganisaties te zien is naarmate de pandemie voortduurt. Daartegenover staat dat er ook sprake is van een nieuwe instroom. “Door de coronapandemie zijn mensen zich ook meer bewust geworden van hun rol en bijdrage aan de maatschappij. Dat is winst voor onze organisatie.”