Reflectie naar aanleiding van kwaliteitsrapport 2019: cliënten en medezeggenschap

Medezeggenschap
De centrale cliëntenraad (CCR) wilde de contacten met de lokale cliëntenraden intensiveren. In het interview met de voorzitter van de CCR en de functionaris medezeggenschap komt dit onderwerp ook aan de orde. Er heeft afstemming plaatsgevonden tussen de voorzitter van de CCR, de functionaris medezeggenschap en de coach van de ervaringsdeskundigen om af te spreken hoe de contacten met de lokale cliëntenraden worden vormgegeven en hoe zij elkaar daarin kunnen aanvullen.

In de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) 2018, die formeel in juli van kracht werd, is de medezeggenschap nader geregeld. Voor Gors was het prettig te constateren dat de keuzes die we eerder hebben gemaakt op basis van onze overtuiging, waarin lokale cliëntenraden en hun ondersteuning al geregeld waren, goed passen binnen de wet- en regelgeving.

Ervaringsdeskundigen
Het was de wens om ervaringsdeskundigen meer te betrekken bij ontwikkelingen binnen Gors. Ook was het verzoek in het kwaliteitsrapport daarop in te zoomen en de meerwaarde aan te geven. Dat hebben we in dit rapport getoond aan de hand van een artikel en enkele filmpjes. Daarin vertellen de ervaringsdeskundigen zelf over hun inzet.

Communicatie
De communicatie over veranderingen, verhuizingen en dergelijke, zoals door de CCR benoemd, blijft een voortdurend punt van aandacht. In onze projectplannen besteden wij daar nog explicieter aandacht aan met een communicatieparagraaf of een gekoppeld communicatieplan, waarbij het continu aandacht heeft. We doen het niet altijd goed en moeten blijven leren.

Klachtenbehandeling en incidenten cliëntenzorg
Een punt van aandacht vanuit de CCR was gericht op de rapportage van de klachtenbehandeling en de Meldingen Incidenten Cliënten (MIC). In het verslagjaar zijn medewerkers geattendeerd op het goed en volledig invullen van de meldingen. Het is van groot belang dat een team incidenten in het cliëntendossier registreert en daar in het teamoverleg aandacht aan besteedt. Daarbij is de vraag aan de orde of er zaken zijn die in de toekomst voorkomen kunnen worden en wat daarvoor nodig is. Ook is het belangrijk risico’s te achterhalen die eerder nog niet in beeld waren, maar nu toch aandacht nodig hebben. Dan kan eventueel ook de risicokaart worden aangevuld. De managers zullen de opvolging van incidenten in de teams onder de aandacht houden en daarover communiceren.

Hoe zijn cliënten sterker gemaakt en in hun kracht gezet?
Dat is een punt waar we voortdurend mee bezig zijn. De wijziging in het organisatieontwerp heeft als doel dat begeleiders in staat worden gesteld de cliënt op de passende manier te begeleiden en met hem te zoeken naar zijn ontwikkelmogelijkheden. Ook de inrichting van dagbesteding, werken en leren (DWL) richt zich daarop. Voor de nabije toekomst worden plannen gemaakt om dit verder te bevorderen.

Op welke wijze het informele netwerk van de cliënt versterkt wordt, werd onvoldoende duidelijk uit het vorige kwaliteitsverslag. In het jaar 2020 was dit een lastig vorm te geven onderwerp. De coronamaatregelen beperkten de contacten tussen de cliënten en hun netwerk. Wel hebben we hen middels een netwerkonderzoek gevraagd over hun ervaringen, waarna we zaken konden verbeteren.

De maatregelen die voortkomen uit de Wet Zorg & Dwang zijn in 2020 verder geïmplementeerd. Hierbij is het “Nee, tenzij” principe leidend. In speciale bijeenkomsten hebben medewerkers met behulp van de “geeltjesmethode” het onderwerp doorgenomen. In de huisvestingsplannen en verhuisplannen waar we aan werken, krijgt het betrekken van cliënten en ervaringsdeskundigen een duidelijkere plaats in het projectplan.

Ons aanbod voor mensen met een licht verstandelijke beperking
We hebben in 2020 een strategische koers geformuleerd in samenspraak met vele betrokkenen. Daarin geven we aan wat we willen betekenen voor de verschillende doelgroepen, waaronder de mensen met een licht verstandelijke beperking, maar ook anderen. De functie casemanagement, die vooral gericht is op deze groep, heeft een duidelijke plek gekregen in ons aanbod.

Beweging en sport
Eén van de adviezen was: vergroot het zorgaanbod met meer beweging, sport en spel bij Vrije Tijd. En zorg bij dagbesteding voor meer stagiairs, zoals studenten van de sportopleiding. We hebben intussen een start gemaakt met een beweegproject in Goes waar we in het volgende rapport meer over vertellen.